te Utrecht
        
        Het hoekpand van Domplein en Wed sluit nu de rij langs het Domplein af, 
        waarvoor in 1877 een opzet gemaakt was door architect 
        
I.H.J. van Lunteren. 
        Alleen Domplein 27 is niet door hem uitgevoerd, het ontwerp uit 1880 is van J. Nijland. 
        De oorspronkelijk bedoelde rij huizen langs het Wed is er nooit gekomen. 
        De stijl van het hoekpand is minder 
        
eclecticistisch 
        dan de rest, de invloed van de 
        
neorenaissance 
        is hier veel groter. Wit gepleisterde elementen ontbreken hier. 
        In plaats daarvan zorgt gele baksteen voor gekleurde accenten langs de vensters en in de 
        
segmentbogen 
        erboven en ook in het 
        
fries 
        dat de gevel afsluit.
        De begane grond ligt wat verhoogd, waardoor de 
        
kelderlichten 
        goed in de plint passen. 
        Boven de begane-grondvensters zijn in baksteen driehoekige 
        
frontons 
        uitgemetseld.
        De voorgevel aan het Domplein is vijf 
        
vensterassen 
        breed en heeft in het midden de ingang in een 
        
portiek. 
        Vanwege de prominente ligging is de hoek het rijkste uitgevoerd. 
        Een overhoekse, gedeeltelijk overkragende vensteras bevat op de verdieping een klein 
        balkon 
        tussen 
        
colonnetten 
        en het zoldervenster is een rijke 
        Vlaamse gevel. De gevel aan het Wed omvat maar één blinde as en daardoor lijkt het alsof er een deel gesloopt is. 
        Toch is het gebouw zo ontworpen en de oorspronkelijk eenlaags aanbouwen laten hier ook 
        geen ruimte voor een buurpand. De deels nog oorspronkelijke tuinmuur onttrekt een prieel uit de bouwtijd aan het oog. 
        
        Het lage dak volgt de samengestelde plattegrond, met rechts een 
        
nok 
        loodrecht op de 
        voorgevel en langs het Domplein een dwars geplaatste aanvulling, die het naar links 
        uitstekende hoekgedeelte mede omvat. Alleen de steile onderschilden zijn goed te zien, de bovenschilden zijn vrij vlak. 
        Bij de vernieuwing van de 
        
zinken dakbedekking 
        zijn op de onderschilden wat al te nadrukkelijke 
        roeven 
        aangebracht. 
        Dat geeft een merkwaardig contrast met de subtiele 
        
dakvensters 
        met 
rondlichten, 
        die geheel aansluiten bij die van de buurpanden.
        
        
        
          Tekst: Jean Penders (10-2010). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders